Molen de Hoop / Molenaarscomplex

 

Molen De Hoop, het naastgelegen molenaarshuis en de schuur zijn rijksmonument.

De eerste steen voor de bakstenen korenmolen met ronde romp op de Gemeenlandsedijk Zuid 25  is gelegd in 1842.

Molenaarshuis
Het molenaarshuis is gebouwd in het laatste kwart van de negentiende eeuw, en is onderdeel van het molenaarscomplex aan de Gemeenlandsedijk Zuid 23. De woning grenst direct aan de schuren, die eveneens tot het molenaarscomplex behoren. De woning is opgetrokken in een streekeigen Ambachtelijk-traditionele bouwtrant. Aan het begin van de twintigste eeuw is de woning over de gehele breedte van de achtergevel uitgebreid. Deze uitbreiding is voorzien van een enigszins lager vloerniveau dan het oudere gedeelte van de woning. De woning heeft in de jaren 1990 in beperkte mate interne wijzigingen ondergaan.

Het molenaarshuis is gesitueerd aan de rand van de dijk. De niveauverschillen komen zowel in het interieur als het exterieur tot uitdrukking. De kelderverdieping is alleen onder de westelijke helft van de vierkante plattegrond van het gebouw aangebracht. Het gebouw telt verder één bouwlaag onder een mansardekap, met de nok evenwijdig aan de dijk. Het dak is gedekt met gesmoorde tuiles du Nord. Op de nokpunten bevinden zich opgemetselde schoorstenen. De goot aan de voorzijde is voorzien van een geprofileerde kroonlijst met consoles, de goot aan de achterzijde heeft een eenvoudige houten lijst op klossen. De gevels zijn opgetrokken in gele ijsselformaat baksteen in kruisverband, met uitzondering van de achtergevel, waar rode baksteen is toegepast. In de gevels zijn rechtgesloten vensters met T-schuiframen aangebracht, waarbij de bovenlichten in de voorgevel voorzien zijn van een vertikale roede.

De asymmetrische voorgevel (noordoostzijde) is vijf traveeën breed. In de tweede travee van links staat een paneeldeur met bovenlicht. In de overige traveeën bevinden zich vensters onder rode bakstenen strekken. Deze vensters zijn geflankeerd door luiken, die recentelijk zijn vernieuwd. De asymmetrische achtergevel is opgebouwd uit een relatief hoge kelderlaag met daarboven de eerste bouwlaag, waarin drie vensters zijn aangebracht. De asymmetrische linker zijgevel grenst volledig aan de schuren, die zich aan de zuidoostelijke zijde van het molenaarshuis bevinden. De asymmetrische rechter zijgevel is voorzien van drie vensteropeningen met een smal venster met schuifraam geheel links, een breder venster met schuifraam in het rechter deel van de gevel en ten derde een klein rechthoekig venster ter hoogte van de zolderverdieping in het midden van de gevel. Het interieur is sober van aard en is als gevolg van verbouwingen op onderdelen aangetast. Uit de woning zijn de bedsteden verwijderd en er is een open trap geconstrueerd, die in verbinding staat met de kelderlaag.

Schuur
De oorspronkelijk houten schuur, die naast het molenaarshuis aan de Gemeenlandsedijk Zuid is gelegen, is circa 1920 vervangen door een in baksteen opgemetselde schuur. De schuur bestaat uit twee volumes. Het teruggelegen volume is aanzienlijk hoger en breder van formaat. Dit deel is waarschijnlijk circa 1930 aan het complex toegevoegd. Tegen de zuidzijde van het teruggelegen volume staat een aanbouw onder een lessenaarsdak. De schuur is op onderdelen gewijzigd.

De schuur is haaks op de dijk gebouwd. Het oudste rechthoekige volume ligt gelijkvloers met de dijk. Het volume telt één bouwlaag onder een mansardedak, haaks op de dijk. Achter dit volume ligt een tweede rechthoekig volume, aanzienlijk breder en hoger en, omdat het gebouw in de polder ligt, telt het gebouw twee bouwlagen onder een mansardedak. Aan de zuidzijde van de onderste bouwlaag bevindt zich een rechthoekige aanbouw onder een lessenaarsdak.

De daken zijn gedekt met gesmoorde tuiles du Nord. De witte houten gootlijsten zijn geplaatst op eenvoudige klossen. Alleen de voorgevel aan de dijk is opgetrokken uit rode baksteen. In de gevel is een dubbele garagedeur opgenomen en in de top van de gevel een luik onder een hijsbalk. De overige gevels zijn gepleisterd en met gietijzeren segmentboogvormige en rondboogvensters geleed. In de kelderlaag van de achtergevel bevinden zich dubbele openslaande deuren.

Bron: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed